Ik ben nu enkele maanden aan het naaien voor de lokale kinderwinkel, Bagoogoo. De uitbaatster is een vriendin van mij en had al opgemerkt dat ik af en toe wel es wat dingetjes in elkaar flanste voor de kids. Omdat ze nog op zoek was naar originele kinderspulletjes vroeg ze me om wat dingetjes te naaien voor de winkel. Allereerst: pennenzakken. Laat dat nu juist iets heel eenvoudigs zijn.
Toen we vorig jaar naar Riyadh verhuisden, heb ik karrenvrachten stof meegenomen, er vast van overtuigd dat ik hier superveel zou gaan naaien. En hoewel dat echt mijn plan was, heeft het nog wel ongeveer negen maanden geduurd voor ik er werkelijk in gevlogen ben, voornamelijk onder invloed van die vriendin dus. Sindsdien ben ik amper nog gestopt.
Ik moet toegeven dat ik een beetje een hamsteraar ben.
Kom ik in een stoffenwinkel, dan neem ik gelijk een meter mee van alles wat mooi is. Ik zal dan later wel bedenken wat ik er mee kan doen. Of ik bedenkel in de winkel wat ik met die leuke stoffen kan gaan doen, en wanneer ik de stof dan zes maanden later weer opdiep, ben ik helemaal vergeten wat ik ermee wilde gaan maken. Dus toen ik aan de slag wilde gaan voor Bagoogoo, had ik drie grote bakken stof om enkele pennenzakjes mee samen te stellen. Het moeilijkste was kiezen!
Ik wou vandaag dus eenvoudig beginnen en met jullie de eerste creatie delen die ik voor Bagoogoo maakte, een platte pennenzak. Inspiratie haal ik doorgaans overal, maar deze keer voornamelijk bij Dana (klik op de link voor haar YouTube filmpje).
Maar vanochtend vroeg de moeder van een klasgenootje van Stan mij
om een lunchzakje te maken voor haar dochtertje May. Brooddozen zijn ook hier verplicht, en al te veel afval uit den boze. Maar Yoanna, zo heet de moeder van May, houdt niet zo van brooddozen, want, en daar heeft ze gelijk in, die nemen erg veel plaats in in de boekentas van die kleine ukjes. Zij verkiest dus diepvrieszakjes, maar omdat die niet goed zijn voor het milieu werd ze vandaag door de juf op de vingers getikt. Samen kiezen we een waterafstotend stofje (twalsiree gelijk ze zeggen) voor de binnenkant en een meisjesachtig stofje met hartjes voor de buitenkant. Dat is toevallig een dekbedovertrek van IKEA die ik plezant vond om mee te gaan naaien. Je moet je stofjes kopen waar je ze kan vinden!
Zelf maken?
1. Waar gaat je zakje voor dienen?
Daarna was het tijd om een rits te kiezen. Zoals Dana ook zegt: en voorraadje van die dingen in huis hebben, is altijd handig. Ik maakte onlangs, enkele uren voor we op vakantie naar België vertrokken, een zakje om de lader van mijn MacBook in op te bergen, en die draadloze muis en een adapter om een EU stekker op een UK pries aan te sluiten. Dan is het dus handig om wat restjes stof en enkele ritsen in de kast te hebben liggen. (Voor de volledigheid: ik watteerde dat zakje zodat die muis en lader niet beschadigd zouden raken tijdens transport.)
In principe is een rits van 22 cm voldoende voor een pennenzak. De meeste stiften en balpennen passen in zo’n tasje. Is het de bedoeling om je tasje te gebruiken voor make-up, meet dan even of je borsteltjes wel allemaal in je tasje zullen geraken. Sommige van die dingen zijn verbazend lang!
Of als je een tasje maakt voor knikkers, kan je voor een kortere rits kiezen, en een langere body, waar je kids veterinair-gewijs tot aan hun ellebogen knikkers in kunnen gaan zoeken. Oh, the visual!
Dus: hou rekening met het doel van je zakje. Voor een pennenzak: 22 cm is A OK. het “patroon” dat je gebruikt (oh boy, dit is echt te eenvoudig om van een patroon te spreken!) hangt af van de lengte van de rits: de lengte van de rits bepaalt de breedte van je zakje. Logisch: lengte = breedte, haha. (Dat is niet logisch, maar geloof me maar.)
Dan de hoogte van je zakje. Voor de pennenzak is dat een beetje afhankelijk van hoeveel stiften je er in wil gaan proppen. Hou hierbij rekening met naadwaarde! Het uiteindelijke zakje zal ongeveer 2 cm smaller en 2 cm minder hoog zijn dan wat je nu uittekent. Aangezien mijn zakjes niet voor mij zijn, bepaal ik dat gewoon op gevoel. Iets wat er min of meer normaal uit ziet, zal dat ook wel zijn, is mijn idee. Bij naaien moet je vaak ook een beetje je gevoel volgen.
2. Patroon tekenen
Omdat ik verwacht dat mijn creaties absolute meesterwerken zullen worden, ga ik ervan uit dat ik elk patroon meerdere keren zal gebruiken. Ik teken dus mijn zakjes uit op papier zodat ik maar één keer moet meten (mijn god, ik heb een hekel aan meten) en daarna gewoon een stukje papier van overtekenen. Het helpt ook om een beter beeld te krijgen van de grootte van je uiteindelijke zakje. De meesten onder ons hebben wel wat lijm en/of plakband in huis dus als je vindt dat je zakje toch nog wat hoger moet, of je kiest toch liever voor die langere rits, dan kan je dat nu nog wel makkelijk goed maken. Laat ons ook het milieu niet vergeten! Het papier waarop je je patroontje maakt mag, nee moét beschreven zijn. We gaan geen proper schrijf- of printerpapier verspillen aan zulke patroontjes. Vergeet er niet met viltstift op te schrijven waarvoor je patroontje dient, zodat je er volgende keer snel mee aan de slag kan. En vermeld misschien ook de afmetingen, dan weet je volgende keer ook meteen welke rits je nodig hebt.
Voor mijn pennenzakken kies ik voor een breedte van 22 cm en een hoogte van ??? cm (dat is inclusief naadwaarde van 1 cm). Voor het boterhamzakje ging ik verder op de schatting die Yoanna me gaf en kwam ik uit op een patroon van 27 bij 30 cm (dat komt uit op 25 x 28 cm wanneer het afgewerkt is).

Kijk, het moeilijkste is al achter de rug! En dan gaan we te werk zoals Dana het ook uitlegt.
3. Stof knippen
Knip je patroon 2 keer uit de buitenstof en 2 keer uit de voering. Je kan die voering weglaten, maar dan vind ik het zo’n triestig zakje. Een zakje met voering levert mij waarschijnlijk niet meer geld op: de verkoopprijs in de winkel blijft dezelfde. Maar het wordt toch echt een heel ander zakje met die voering. Leuk is als je twee verschillende patronen mixt. Maar stoffen met een print zijn doorgaans duurder dan die zonder print. En een contrasterende kleur aan de binnenkant is òòk leuk! Je kan die laten accorderen met de rits, of net helemaal niet. Zorg wel dat de binnenstof niet vloekt met de buitenstof, of met de rits.
Voor wie zonder voering werkt, wordt dit straks helemaal simpel. Vergeet dan niet op het einde alle naden te zigzaggen, of werk met de overlock (nog netter: werk af met biais – dat is wel next level naaien, ik zal er later meer over vertellen). Wie wel met een voering werkt, hoeft niet noodzakelijk te zigzaggen, maar het is wel netjes. Kijk zelf een beetje hoe rafelig je stof is.
Voor wie een iets steviger, stijver exemplaar wil van zijn tasje, werd versteviging zoals Vlieseline uitgevonden. Kies hoe stijf je je zakje wil (er zijn vele verschillende gradaties beschikbaar), knip twee stukken uit die even breed en hoog zijn als de buitenstof en strijk vast op de achterkant van de buitenstof. Sommige mensen knippen de versteviging 1 cm minder hoog, zodat ze bij het vastzetten van de rits door minder lagen stof moeten naaien. Ik vind al die lagen stof wel zéér goed meevallen, dus ik knip mijn vlieseline gewoon op dezelfde afmetingen als de buitenstof. Volg netjes de richtlijnen van de fabrikant voor het vast strijken van die dingen. Je wil niet dat de versteviging los komt na de eerste wasbeurt! Wie versteviging gebruikt, moet uiteraard ook een voering plaatsen.
OK, buiten- en binnenstof werden geknipt en eventueel verstevigd. Nu vliegen we er echt in.
4. Rits inzetten
Leg de buitenstof met de goede kant naar boven. Als er richting in zit, zorg er dan voor dat die juist is, het laatste wat je wil is dat je straks een zakje hebt met kabouters die op hun kop staan. Echt, da’s onnozel. Leg je rits (dichtgeritst) bovenaan tegen de rand van de stof, met de schuiver naar onder. Goede kant op goede kant, zeg maar. Speld vast. Als je vindt dat dit er vreemd uitziet, trek dan even, na vast spelden, de rits en de buitenstof uit elkaar en dan zal je zien dat het helemaal goed komt met die rits. Nog niet naaien nu! Bovenop de rits moet je nu nog de binnenstof vastspelden aan het geheel. Leg de binnenstof erbovenop zodat de rits gesandwicht zit tussen de binnen- en de buitenstof. De binnenstof leg je met de goede kant naar beneden zodat de stoffen met de goede kanten op elkaar liggen.


Je zal zien dat ik de rist met speldjes vastmaakte aan de buitenstof, maar daarna overstapte op binder clips om de voering erbij te voegen. Ik hou daar niet zo van, om eerlijk te zijn. Dana gebruikt ze volgens mij wel vaker, maar ik vind ze onhandig. Ik gebruik ze wel om de was mee op te hangen wanneer ik niet genoeg wasspelden heb. Dat werkt prima. Ik dit geval heb ik voor de binder clips gekozen omdat ik met de speldjes gaatjes zou maken in de (platic) voering.
Zet het ritsvoetje op je naaimasjien. Er zijn enkelvoudige en dubbele ritsvoetjes maar ik heb de indruk dat bijna iedereen een dubbel voetje heeft zodat je kan kiezen of je de naald links of rechts van je rits wil. Ik ben dat hier moeilijker aan het maken dan het is. Kijk eens bij Dana als je twijfelt – een beeld zegt zoveel meer dan 1000 woorden.
Je moet beginnen naaien aan de onderkant van de rits, waar geen schuiver zit. De naald moet niet tegen de tanden van de rits komen. De zijkant van je ritsvoetje moet gelijk komen met de zijkant van de stof. Naai verder tot je in de buurt komt van de schuiver. Die zit in de weg: je zal niet in één keer tot aan het einde van de rits kunnen naaien. Vergeet niet enkele steekjes voor- en achteruit te zetten aan het begin en het einde wanneer je naait: zo zet je je garen vast en moet je achteraf geen garen zitten knopen en wegwerken.
Zodus, je naald zit ergens in de buurt van de schuiver en je hebt netjes voor- en achteruit genaaid. Haal de stof onder je naaimasjien uit, knip het garen kort af, schuif de rits open en zet de naald aan het andere uiteinde van de rits. Nu de schuiver uit de weg is, kan je netjes naaien tot aan het punt waar je daarnet gestopt bent. Naai wel nog wat verder zodat je wat overlap hebt met je naad.

Hoera, de rits staat er al half in. Je doet nu hetzelfde met die andere lap buiten- en binnenstof die je nog hebt liggen. Er is niets veranderd, alleen hangt er aan de andere kant van je rits nu een lap stof te bengelen.


De rits staat er nu in. voor je verder gaat, ga je nu even checken of alles wel goed zit. Zit de rits op de juiste plaats, gaat de print op de stof in de juiste richting, gaat de rits nog open en dicht? Als alles er OK uit ziet, is het tijd voor het sierstiksel naast de rits.
In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, heeft een sierstiksel weg degelijk een functie. In dit geval zorgt het ervoor dat de voering of de buitenstof niet tussen de rits gaat zitten en het geeft ook meer vorm aan je zakje. Dat sierstiksel is niet meer of minder dan een rechte stiklijn naast de rits, aan beide kanten. Je mag je ritsvoetje nu vervangen door je gewone persvoet want we blijven nu ver genoeg van de schuiver om erlangs te kunnen.
Dit stiksel zal heel goed te zien zijn, dus het loont de moeite om even na te denken over de kleur van het garen dat je zal gebruiken. Wil je een contrasterend stiksel, of wil je het accorderen met de kleur van de rits of met de kleur van de buitenstof? Er is geen goede of foute keuze! Heel wat mensen raden aan om je naden nu even te strijken voor je aan dat sierstiksel begint (in het Engels: topstitch). In mijn geval, met die twalsiree von dik dat een slecht idee. Omdat ritsen tegenwoordig ook voornamelijk plastic zijn, doe ik het meestal sowieso niet omdat ik bang ben dat ik de tandjes van de rits zal beschadigen. je naden strijken, is normaal gezien altijd een goed idee, dus als je nu graag dat strijkijzer bovenhaalt: doen! In elk geval moet je er zeker van zijn dat je stofjes netjes op hun plaats liggen voor je aan dat sierstiksel begint. Ik doe dat door aan beide kanten wat aan de stofjes te trekken en ze op verschillende centimeters van de rits vast te zetten met een speldje. Zo hoef ik onderweg geen naaldjes uit te trekken maar blijft alles wel netjes op zijn plaats zitten.
Het sierstiksel moet over de hele lengte op gelijke afstand van de rits gestikt worden. Omdat je aan elke kant een serieuze lap stof hebt, kan je voor het sierstiksel geen beroep doen op de hulplijntjes van je naaimachine. Je zal op het zicht moeten werken. Spreek met jezelf een afstand af die jij goed vindt en hou die in je hoofd. Noem het 5mm of 2mm, zolang de afstand die je in je hoofd hebt ook goed kan visualiseren (het is totaal niet belangrijk of dat ook écht 5 of 2 mm is!) en starten maar! Neem je tijd voor het sierstiksel, want je gaat het je echt beklagen als het schots en scheef loopt!

De rits staat erin: het moeilijkste is achter de rug! Wat ons nu rest, is de zakjes vastnaaien. Laat de rits half open, anders ga je straks je mooie pennenzak of boterhamzakje niet meer open krijgen.
5. Dichtnaaien
Leg de goede kanten van de buitenstof op elkaar en doe hetzelfde met de goede kanten van de binnenstof. De rits zal normaal gezien vanzelf naar de binnenstof wijzen. Dat klinkt nu vreemd, maar wanneer je bezig bent met vast spelden, zal je begrijpen wat ik bedoel.
Normaal gezien moeten die lappen stof netjes op elkaar passen. Is dat niet zo? Hahaha, dat heb ik nu ook altijd! Geen erg! Begin nu niet aan de stof te trekken om het te laten passen. Het is de bedoeling dat je twee rechthoeken hebt aan elke kant van de rits, dus creëer die rechthoek gewoon wanneer je alles vast naait. Als je het niet ziet zitten om dat op het zicht te doen, dan teken je die rechthoeken nu op de stof. Je kan daarvoor kleermakerskrijt gebruiken of van die magische stiften die ze in de Veritas verkopen. Zelf heb ik een hekel aan die dingen. Ik gebruik meestal een balpen of stiften van de kinderen: die inkt gaat eruit in de was. Potlood NIET!

Je ziet dat ik opnieuw voor de binder clips moest kiezen aan de kant van de twalsiree, maar anders ik zou speldjes aanraden. Speld alles netjes vast en naai aan elkaar. OPGEPAST! Om straks dat zakje ook weer naar de goede kant te kunnen draaien, heb je een keergat nodig. Ik vind dat een heel lelijk woord, maar het is het enige dat ik kan bedenken dat de lading dekt. Dat gat maak je aan de onderkant van de binnenstof. Je maakt het ongeveer zo breed als je hand. Omdat je dat gat straks langs de andere kant weer gaat dicht naaien, moet je toch minstens 2-3cm aan elke kant dichtnaaien (incl. naadwaarde).
Als je de stippellijn volgt, kan je het zakje in één trek dichtnaaien.

Ik werk mijn zakjes over het algemeen af met een parapluutje in de zijnaad. Als jij dat ook graag doet, dan is het nu het moment om dat lintje erbij te halen en op zijn plaats te zetten. Ik raad aan om het lintje eerst op één kant van de stof, nog boven de naad vast te zetten voordat je het mee in de naad vastnaait.
Zet je graag binnenin een label met je naam erop? Dan is het nu ook tijd om dat snel vast te zetten voor je het zakje dichtnaait.
Dit is dan het resultaat (ik was mijn parapluutje natuurlijk weer vergeten dus ik heb het allemaal nog es open geprutst achteraf):

6. Omkeren
Ik heb ervoor gekozen om de buitenstof te zigzaggen en de binnenstof niet omdat die niet rafelt. In principe wordt aangeraden om de hoekjes op 45° af te knippen zodat er geen stof in de weg zit wanneer je je zakje omdraait. Ik doe dat over het algemeen niet en ik vind dat de hoekjes nog altijd mooi uitkomen. Knip gerust af als je dat liever doet! Daarna kan je het zakje omkeren door het keergat. Normaal gezien heb je dat ongeveer even breed gemaakt als je hand en zou er er gemakkelijk door moeten kunnen. Met stijvere of stugge stoffen wordt dat al iets moeilijker en het wordt helemaal moeilijk als je de breedte van je hand wat onderschat hebt. Roep er even de kinderen bij, zo’n zakje omdraaien is iets wat ze al op jonge leeftijd kunnen en een beloning onder de vorm van een koekje durft dan al eens te helpen. En volgende keer dan beter uitkijken!
7. Keergat dichtnaaien
Bewonder je zakje langs alle kanten en kijk goed na of alles klopt: gaat de rits nog altijd goed open en dicht? Zijn er, behalve dat keergat, nergens gaten? Zitten je labels op hun plaats? Kortom, ziet het eruit als een afgewerkt zakje? Dan moet je het keergat nog dicht naaien. Je zal zien dat de stof zich vanzelf omkrult om makkelijk de naad te kunnen vast zetten. Speld vast en stik daarna door op korte afstand van de naad. Zorg dat je minstens een cm aan elke kant verder naait. Vergeet ook niet je garen vast te zetten door aan het begin en het einde altijd enkele steekjes voor- en achteruit te stikken!
Klop jezelf nu op de schouder, neem foto’s van je zakje uit verschillende hoeken en toon je creatie aan de wereld!
Vragen? Opmerkingen? Geef maar door in een reactie onderaan de pagina of neem contact met mij op via het contactformulier.
2 reacties op ‘Een platte pennenzak, of hoe het allemaal begon’